Hans Kennepohl is vanaf 2007 binnen Serious Culture actief als organiserend en publicerend journalist en als programmamaker bij debatcentrum Arminius Rotterdam. Daarnaast is hij voorzitter van de Nederlandse Vereniging van Debatcentra en projectsecretaris van het Nederlands Gesprek Centrum.

“Ik heb in mijn carrière al heel wat mooie debatten mogen organiseren, waaronder een debat over de ‘burn-out generatie’ en over de bouw van een nieuw stadion voor Feijenoord. Een ander gesprek waar ik met trots op terugkijk, is het debat over geluk, met ‘geluksprofessor’ Ruut Veenhoven die in gesprek raakte met een vrouw in de zaal. Lang verhaal kort, door dit debat heeft zij haar leven omgegooid en heeft ze later een lespakket ontwikkeld ‘Lessen in geluk’. Ontzettend mooi om daar mijn steentje aan bijgedragen te hebben.

In feite is dat ook precies de uitdaging van elk debat: je wilt de mensen bereiken. Iets wat je niet zozeer doet door een bekende spreker neer te zetten, maar met name door te kiezen voor een onderwerp dat de mensen aanspreekt. Er moet iets op het spel staan, de uitkomst moet jou aangaan, jou raken. En het moet vooral niet saai zijn, maar juist een tikkeltje spannend. Dat was ook de uitdaging bij het programmeren voor GrondFest, want hoe zorg je ervoor dat een debat over democratie door de mensen niet als saai wordt ingeschat? Door te kiezen voor spannende onderwerpen dus. Zo heb ik onder andere een interview geprogrammeerd met Fleur Ravensbergen die onderhandelt met rebellenleiders en een lezing van ‘de man die alles vinden kan’ Henk van Ess, die door te speuren op internet misdaden oplost, zoals wie de vlucht MH17 neerschoot. Onderwerpen waarvan ik verwacht dat ze mensen aanspreken en prikkelen en waarmee we hopelijk mensen de democratie meer laten waarderen en meedoen stimuleren. Want de dictatuur is dichterbij dan je denkt en daar moeten de mensen zich bewust van worden. Dat is dan ook een van de belangrijkste redenen waarom ik het fantastisch vind om mee te kunnen werken aan een festival als GrondFest. Nu hopen dat het festival de tijd krijgt om te groeien en het budget voor drie jaar wordt vastgesteld.”